Tekst Loïs Diallo
Foto Michel Mees

Mag je data van mensen gebruiken om ze ongevraagd een toeslag aan te bieden? Twijfel! Publieke waarden gaan schuren als overheden zoiets doen. Dan helpt het om een datadialoog te voeren, waarin je met alle betrokkenen samen die waarden onderzoekt. Deze casus diende als voorbeeld op de Stelseldag van de IBDS, om de methodiek van datadialogen te demonstreren. 

Bij datagebruik voor dienstverlening heb je te maken met privacy (de AVG). Dat kan niet zomaar. Toch lijkt het goed om mensen erop te wijzen dat ze recht hebben op een bepaalde regeling, zeker als je ziet dat ze die nodig hebben terwijl ze geen aanvraag doen. Hoe houd je dan rekening met schurende waarden, bijvoorbeeld bestaanszekerheid versus privacy of autonomie? Hoe voorkom je goed bedoelde, maar te snelle besluiten?  

Vooraf nadenken

De Datadialoog van de IBDS helpt om tijdig, constructief en creatief na te denken over de ethische aspecten van een concrete datatoepassing in een specifieke situatie. Vanuit verschillende perspectieven en waarden voor juist die casus. Dit methodische gesprek maakt deelnemers duidelijk hoe het voorgestelde datagebruik diverse belangen raakt en geeft meer betrokkenheid en draagvlak rond een datatoepassing. Hiermee kan de casushouder het besluit tot zulk datagebruik goed motiveren.  

Oplossing

De conclusie van de dialoog kan zijn dat de beste optie voor samenleving en betrokkene niet mag van de AVG. De uitkomst kán dan nopen om buiten bestaande kaders te kijken, zoals door wetgeving aan te passen. Maar ook dat het misschien wel mag, maar toch niet gewenst is, terwijl de dialoog heel andere oplossingen op tafel brengt (in techniek of organisatie). Steeds in het belang van een maatschappelijke opgave, zoals de aanpak van armoede en schulden. 

Casus: proactieve dienstverlening?

Tijdens deze break-out sessie gaf Kees Verhoeven (IBDS) een zaal vol geïnteresseerden een kleine proeve van zo’n datadialoog. In 3 kwartier in plaats van 3 uur of langer. Verhoeven schetste deze casus: een uitvoeringsorganisatie overweegt klanten actief te wijzen op hun mogelijke recht op inkomensondersteuning vanwege de bestaanszekerheid voor de mensen. Om de rechthebbenden te vinden, zijn data nodig. Daarvoor moet je selecties uit doelgroepen maken, op te bepalen criteria. Wat zijn daarvan de voors en tegens? Het publiek boog zich over deze vraag en noemde onder meer:  

Voor:  

  • zorgplicht overheid 

  • gelijkheid en uitlegbaarheid: iedereen krijgt waar hij recht op heeft 

  • respect en begrip voor financiële stress: mensen met schulden zijn soms ‘verlamd’ als het gaat om oplossing te vinden voor hun problemen, uit psyche of onkunde. 

Tegen:  

  • mogelijk misbruik 

  • lastig uit te rekenen bij wisselend inkomen 

  • respect voor wantrouwen jegens de overheid 

  • privacy-schending; ‘big brother is watching me, val me niet lastig!’ 

Waardenmodel

Aanvullend: beschikt de uitvoerder over voldoende data? Zo nee: zijn er elders voldoende data? Zijn deze data deelbaar of zitten ze in silo’s? En als je data hebt, willen mensen dan wel dat je hen op basis daarvan benadert? Hoe reageer je als er ineens een ambtenaar aanbelt die vermoedt dat je geldproblemen hebt?  

Het publiek kroop in de huid van de doelgroep en noemde als bezwaren: 

  • Angst om achteraf te veel ontvangen geld terug te moeten betalen of gekort te worden op andere toeslagen en uitkering 

  • Schaamte voor de situatie of trots: “ik kan mijn eigen boontjes wel doppen” 

  • Bewust geen gebruik om bovenstaande of andere redenen, bv een ‘geheime spaarrekening’ 

Na een korte inleiding over het waardenmodel uit de dialoogmethodiek inventariseerde Verhoeven welke waarden in deze casus relevant blijken. 

Schurende waarden

Verhoeven liet zien dat de primaire spanning bestaat tussen stuwende waarden en verankerende waarden. In deze casus: privacy versus bestaanszekerheid.  

De aanwezigen kregen bij binnenkomst een rol, zij vertegenwoordigden een van deze vier groepen: burger, contactambtenaar, jurist/privacywaakhond en de beleidmaker die deze data denkt te gaan gebruiken.  

Veel van de mensen die de burgers vertegenwoordigden noemden: 

  • bestaanszekerheid 

  • keuzevrijheid 

  • autonomie 

  • privacy 

Opvallend was deze keer dat vrijwel niemand ‘efficiency bij de overheid’ noemde: in andere sessies kwam dat publieke belang wel naar voren. Wel kwamen transparantie en uitlegbaarheid nog naar boven: procedurele waarden voor een zorgvuldige overheid.  

Tijdens het laatste deel van dialoog bespraken de aanwezigen mogelijke oplossingen. Gevraagd werd naar handelingsopties: wat kunnen we doen, hoe kunnen we data goed inzetten om het probleem (armoede) op te helpen lossen? Er klonken diverse ideeën: 

  • basisinkomen 

  • wetswijziging 

  • transparantie en communicatie, bijvoorbeeld voorlichting tijdens buurtevenementen en op scholen 

  • hulp op maat 

  • regelingen vereenvoudigen én onder de loep nemen. Op basis van welke data is de regeling bedacht? Heeft de regeling het gewenste effect?  

Belang datadialoog 

De tijd ontbrak om ideeën te toetsen. Hoe kort ook, de oefening toonde het belang en de kansen van een datadialoog, aldus projectleider Datadialogen Christian Verhagen (IBDS). De methodiek is bruikbaar in alle domeinen en beleidsterreinen. “Een datadialoog helpt om vooraf goed na te denken, om een stapje terug te doen, doordat alle belanghebbenden vertegenwoordigd zijn, om breder inzicht te krijgen in alle belangen en sentimenten. Dit helpt om de juiste afwegingen te maken en om de juiste beslissing te nemen.”