Tekst Marieke Vos
Foto Michel Mees en eigen fotografie

Data zijn het nieuwe goud. De manier hoe we hiermee omgaan vraagt om een strategie en daarom is de IBDS zo belangrijk, vertelt Nathan Ducastel, directeur VNG Realisatie. “De IBDS heeft inmiddels vorm en een duidelijke positie gekregen, nu is het tijd voor de volgende stap. Om bestuurlijk en in de uitvoering executiekracht te krijgen als het gaat over het gebruiken van data voor het oplossen van maatschappelijke opgaven.” 

Ducastel is een van de initiatiefnemers van de IBDS. Het onderwerp gaat hem aan het hart: “Voor het oplossen van maatschappelijke vraagstukken heb je data nodig. Als data goed beschikbaar zijn, dan kunnen we betere besluiten nemen.” Hij ziet tal van innovaties en mogelijkheden in het gebruiken van data, voor het vinden van oplossingen op bijvoorbeeld het gebied van ruimte, voor proactieve dienstverlening en voor de aanpak van ondermijning.

Maar Ducastel ziet ook "veel onduidelijkheden die ons belemmeren om die innovaties te omarmen en op te schalen. Door onzekerheid en onduidelijkheid over de verhouding tussen data en privacy. De IBDS gaat precies hierover: hoe we het goede gesprek, maatschappelijk én politiek, voeren over de weging tussen verschillende publieke belangen. En over de weging tussen het publieke belang en het individuele belang van de burger.” 

Prikkelend perspectief

Nathan Ducastel

Tijdens de IBDS Stelseldag 2023 bezocht Ducastel het fieldlab Common Ground (lees ook het artikel over het fieldlab in dit magazine) en nam hij deel aan een diner pensant. Tijdens het diner daagde Paul Frissen de aanwezigen uit om op een andere manier naar de overheid te kijken. Frissen is emeritus hoogleraar Bestuurskunde aan de Universiteit van Tilburg en decaan van de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur. Hij benadrukte onder meer dat de overheid een machtspositie heeft ten opzichte van de burger. Overheid en burger zijn niet per se vrienden van elkaar, de overheid kan soms gezien worden als een noodzakelijk kwaad. Dat werpt een ander licht op de inspanningen van de overheid op het gebied van gegevensuitwisseling.  

Ducastel: “Met de IBDS streven we naar verantwoord datagebruik. Wat ik meeneem uit de discussie die we voerden, is dat je hier vanuit verschillende zienswijzen naar kunt kijken. Daaruit volgt dat je elke keer opnieuw een afweging moet maken tussen je doelen en publieke waarden. En dat je het samenwerken als één overheid echt verschillend kunt interpreteren. Dit onderstreept het belang van het goede gesprek hierover: maatschappelijk én politiek.” 

Te voorzichtig

Ducastel plaatst een perspectief naast het door Frissen geschetste beeld van de machtige overheid. Naast de macht van de overheid is er een nieuwe machtsfactor ontstaan. En een nieuwe realiteit van informatiedeling. “Vroeger lag het primaat van het verzamelen en verspreiden van informatie grotendeels bij de overheid. Maar in de informatiesamenleving is dat niet meer zo. Grote techbedrijven vormen nu een nieuwe macht als het gaat om informatie. Een macht die naast de overheid bestaat.”

Dit vraagt onder meer om regulering vanuit de overheid, om de burger tegen deze macht te beschermen. Maar het biedt ook een ander perspectief op het gebruik van informatie, dat relevant is voor de inspanningen vanuit de IBDS, zegt hij. “Bedrijven gebruiken de informatie die zij over consumenten hebben om hun producten en diensten gericht aan te bieden. Dat is in de commerciële wereld inmiddels de norm. Als overheid zijn we echter huiverig om dienstverlening proactief aan te bieden. Natuurlijk moeten we in onze dienstverlening publieke waarden borgen, maar ik denk dat we binnen de overheid nu vaak voorzichtiger zijn dan nodig is. Daardoor missen we kansen om onze dienstverlening aan burgers echt te verbeteren.” 

"De IBDS gaat over: hoe voeren we het goede gesprek, maatschappelijk én politiek, over de weging tussen verschillende publieke belangen? En over de weging tussen het publieke belang en het individuele belang van de burger.”

Helderheid bieden

De IBDS is toe aan een volgende stap, zo klonk het op de Stelseldag. Hoe ziet die stap eruit? Ducastel noemt het bieden van uiteenlopende ondersteuning. Onder meer voor het faciliteren van het politieke gesprek over wat wel en niet wenselijk is als het gaat om het gebruiken van data. “Dat gaat over de juiste taal vinden, waarin we helder de voor- en nadelen kunnen neerzetten. Het gaat ook over de waarborgen die nodig zijn. Daar hoort bij dat de resultaten van het besluit dat wordt genomen, worden geaccepteerd.” En het bieden van praktische ondersteuning.

De ontwikkeling van een Federatief Datastelsel (FDS) hoort daarbij (zie hieronder). En ook het delen van best practices, die professionals laten zien wat kan en wat mag en die bestuurders houvast bieden. Ook een triageloket gaat helderheid bieden. Dit gaat over de juridisch-ethische kant van datagebruik. Het moet helpen om impasses rondom het delen van gegevens te doorbreken, door het maken van een goede analyse en het uitbrengen van gezaghebbend advies. De in de IBDS ontwikkelde functies, zoals de Adviesfunctie en de Datadialoog, worden hiervoor gebruikt. Ducastel: “Het is een mooi voorbeeld van hoe de initiatiefnemers van de IBDS het bedoeld hebben. Via het Programma IBDS bouwen we structurele functies, zodat de overheid verantwoord kan omgaan met data.” 

"Grote techbedrijven vormen nu een nieuwe macht als het gaat om informatie. Een macht die naast de overheid bestaat

Inzicht, overzicht en dienstverlening

De VNG bracht onlangs een position paper uit over het Federatief Datastelsel (FDS). Een federatief datastelsel moet burgers onder meer inzicht geven in welke data de overheid van hen heeft, en wie die data voor welk doel gebruikt. Gemeenten hebben veel ervaring op het gebied van data: zij zijn bronhouder en gebruiker in het huidige stelsel van basisregistraties en het toekomstige FDS. Met Common Ground werken zij al een aantal jaren aan het realiseren van een informatievoorziening volgens afgesproken principes, waarin een goede beschikbaarheid van data cruciaal is.

Die ervaring willen zij delen, en een eerste stap hiertoe is het position paper. In het position paper worden een aantal elementen genoemd die essentieel zijn voor een succesvol FDS. Onder meer over het gebruiken van standaarden en het organiseren van toezicht daarop, zodat alle gebruikers van het stelsel die standaarden hanteren. Over het inbouwen van toepassingen voor onder meer logging en autorisatie. En over duidelijke afspraken over datakwaliteit en wie daarvoor verantwoordelijk is. Ducastel: “Gemeenten hebben veel belang bij een goed werkend overheidsbreed datastelsel. Ook voor het realiseren van de vernieuwing van hun informatievoorziening, zoals beschreven in de visie Common Ground. We doen dus graag mee met het realiseren van het FDS. We hebben het position paper geschreven om de ontwikkeling aan te jagen, met concrete punten wat vanuit onze ervaring nodig is om dit te realiseren.”