Tekst Loïs Diallo
Foto mediatheek

Stikstof is een grote maatschappelijke opgave die vraagt om een effectieve en gecoördineerde aanpak. Provincies spelen een cruciale rol, maar het versnipperde datalandschap bemoeilijkt uniforme informatievoorziening en beleidsvorming. Om deze uitdaging aan te gaan, ontwikkelen provincies samen met het CBS een generieke basisdataset met stikstofgegevens. De IBDS faciliteert de samenwerking. 

Het CBS levert vaker diverse datasets aan provincies op individuele opdrachten. Bundeling tot één generieke basis dataset kan de (grotere) behoefte van meerdere provincies samen bedienen. En de informatieposities van de provincies verbeteren. 

De provincies die meedoen aan de pilot zien grote voordelen van een generieke dataset die hun behoefte combineert, zoals: 

  • Provincies kunnen op basis van uniforme data de effecten van beleidsmaatregelen beter vergelijken, wat zorgt voor een gelijk speelveld en duidelijkheid naar stakeholders. 
  • Standaardisatie en eenduidigheid leiden tot kostenbesparing en transparantie. 

Om te weten hoe die generieke dataset eruit moet zien, zijn er verschillende sessies georganiseerd met het CBS, provincies en Bij12 om de gegevensbehoefte te inventariseren. 

“Het CBS rekent met landelijke parameters, dus de kwaliteit van de gegevens zal afnemen als ze op een gedetailleerder niveau moeten worden geleverd.”

Het CBS heeft de werkgroep laten zien wat zij kunnen bijdragen en welke stikstofdata zij kunnen leveren, zoals verschillende emissiecijfers, mestproductie, afzet en transport. Monique Gosseling, statistisch onderzoeker Milieu & Accountmanager LNV (CBS) wijst erop dat stikstofcijfers berekeningen zijn, geen metingen. Het CBS baseert zich onder meer op brondata van de Universiteit van Wageningen en RvO. “RvO levert bijvoorbeeld het aantal koeien aan, maar daarmee weet je nog niet hoeveel stikstofemissie er uit die koeien komt. Je kunt geen stikstofmoleculen gaan meten. Dus je móet modellen gebruiken.” 

Het CBS liep er wel tegenaan dat niet alle gevraagde data te leveren is wegens geheimhouding en privacybescherming. “Op bedrijfsniveau mogen we geen data delen. Als je mest per diersoort in een bepaald klein gebied wilt hebben, loop je daar al snel tegenaan. Want in sommige gemeenten komen bepaalde diersoorten bijna niet voor in de veestapel.”  

Het CBS is lid van de Werkgroep Uniformering berekening Mest- en mineralencijfers (WUM), die uniforme en consistente berekeningen maakt voor mestproductie en mineralenuitscheiding. Deze gegevens kunnen op regionaal niveau worden geleverd. De emissiecijfers komen uit het National Emission Model for Agriculture (NEMA), dat wordt gebruikt om landbouwemissies op nationale schaal te berekenen, legt Gosseling, uit.  

Basisdataset

De basisdataset bevat inmiddels informatie over tal van onderwerpen die raken aan het stikstof-dossier, zoals: 

  • stikstof- en fosfaatgehalten in geproduceerde dierlijke mest 
  • mest- en mineralenproductie 
  • transport van mest en mestgebruik door landbouwbedrijven 
  • bemestbare cultuurgrond 
  • gebruiksnormen voor dierlijke mest 
  • staltypes, met onderscheid tussen emissiearme en niet-emissiearme stallen 

Inmiddels heeft het CBS een eerste concept-dataset op provincieniveau opgeleverd. Doel is dat de eerste dataset deze zomer volgt. 

Beproeven in de provinciepraktijk

De dataset geeft provincies uniforme en betrouwbare informatie om doelmatige beleidsmaatregelen op te baseren. Althans, dat is de bedoeling. Om te weten of de provincies dit ook zo ervaren, wat de toegevoegde waarde kan zijn en hoe bruikbaar de dataset is, hebben drie provincies de concept-dataset inmiddels beproefd. Dat heeft waardevolle inzichten opgeleverd.  

Het CBS had als proef ook een dataset op gemeenteniveau opgeleverd. Om een beeld te geven van de gevolgen van de geheimhouding van het CBS. “Mijn collega had een set gemaakt van het aantal varkensbedrijven in gemeentes bijvoorbeeld. Dan zie je toch best veel gemeentes met weinig (minder dan 5) varkensbedrijven, zeker in het noorden van het land… Een leerpunt is dat de provincies duidelijk moeten krijgen wat ze willen, en moeten begrijpen wat wij wel, of niet kunnen leveren. Dat is best complex. Voor het CBS leert de samenwerking hoe we optimaal kunnen aansluiten bij de behoefte en welke uitleg provincies nodig hebben om de data te doorgronden.” 

In de nabije toekomst hoopt Gosseling dat het CBS beter aan de vraag kan voldoen. Bijvoorbeeld door meer regionale cijfers te leveren, bijvoorbeeld over kunstmest. Daar is grote behoefte aan.  

Reacties pilotprovincies

"Het begon met de inhoudelijke vraag: wat voor soort gegevens heb je nodig voor je beleidsopgave? Om die vraag te beantwoorden, stuit je vanzelf ook op definities."

“Als je geen inzicht hebt in de stand van zaken en de trends, kun je geen goed beleid maken. Weten waar je staat, is de basis om een route uit te zetten naar hoe je je doelen wilt bereiken.”

"Door gezamenlijk op te trekken, kunnen provincies effectiever werken aan de aanpak van de stikstofproblematiek en bijdragen aan een duurzamere toekomst voor Nederland."

"Koppel digitale platforms. Combineer data. Voorkom zuilen. En benut elkaars expertise! Zo kan een provincie met een centrale onderzoeksafdeling die ter beschikking stellen aan een andere."

"Ik denk dat elke provincie met dezelfde soort opgave bezig is. Dus ook dit type data nodig heeft. Zoals Overijssel heel mooi in kaart heeft gebracht. Als de provincies die data samen uitvragen, is dat enerzijds efficiënt, want je kunt de kosten delen en het vergemakkelijkt ook vergelijkingen tussen provincies. Dat is interessant in je monitoring."

Randvoorwaarden en principes

Hoewel het CBS zich voornamelijk richt op landelijke data, is er een groeiende vraag naar regionale gegevens. Provincies moeten namelijk aan de slag met de gebiedsgerichte aanpak (GGA). De mogelijkheid om data op deelgebied of gemeentelijk niveau te leveren wordt daarom onderzocht, met aandacht voor AVG-beperkingen. Het CBS neemt deel aan verschillende samenwerkverbanden. Want inzicht verkrijgen in regionale verschillen, zoals het type vee in verschillende provincies, is essentieel voor nauwkeurige beleidsvorming. 

De uitwisselbaarheid van data is van groot belang, legt Diede Nijmeijer (IBDS) uit. "De dataset moet voldoen aan het principe van open data en aansluiten bij lopende trajecten. Verder is het essentieel dat er duidelijkheid en transparantie is over de status van de data, met aandacht voor de AVG-eisen. De dataset moet gebaseerd zijn op gezamenlijke definities en voorzien zijn van uitgebreide metadata en uitleg voor gebruikers." 

Basisdataset deze zomer beschikbaar

Op basis van de resultaten van de proef levert het CBS deze zomer de dataset. De set wordt gepubliceerd op de CBS-site en komt dan structureel beschikbaar voor alle provincies. Niemeijer: "In deze versie zullen de data beschikbaar komen op gemeenteniveau. Deze versie is op jaarbasis met peilperiode 2023. Provincies geven aan behoefte te hebben aan data over meerdere jaren - om trends te kunnen zien. Daar wordt aan gewerkt. Voor een volgende versie kijken we ook of de data op GGA-indeling kunnen worden geleverd op basis van gemeentecodes of geo-componenten. De komende tijd maken we afspraken over het eigenaarschap en structurele financiering van de basisdataset."