Tekst Pieter Verbeek
Al jaren zet Tim de Groot zich bij het ministerie van VWS in om het werken met data binnen de organisatie beter mogelijk te maken. Sinds een jaar doet hij dat in de rol van Chief Data Officer (CDO). "Ik ben een verbinder die de verschillende sporen bij elkaar brengt."
Er gebeurt heel veel momenteel op het gebied van data, algoritmes en artificial intelligence (AI) bij de ministeries, en misschien bij VWS in het bijzonder, stelt De Groot. “Het matcht alleen nog niet altijd tussen de mogelijkheden, behoefte, de benodigde kennis en kunde en de beschikbare informatievoorziening. Er is in de organisatie relatief weinig ingericht om het werken met data, algoritmen en AI gestructureerd mogelijk te maken en te besturen.”
Datalab
Daarom zag De Groot het in zijn eerdere rol als enterprise architect als zijn opdracht om die structuur aan te brengen. Zo hielp hij een Datalab opzetten, zodat VWS het gesprek kan voeren over hoe ze wil werken met data, en hoe dat dan verantwoord te doen. Wat is daar allemaal voor nodig? “Als CDO ga ik verder waarmee ik al was begonnen.”
Een van de dossiers waar hij zich voor inzet is het cloudbeleid binnen VWS. Hij noemt het een van de fundamenten om met data te kunnen werken. “Juist om het werken met data goed mogelijk te maken en snel te kunnen acteren op vraagstukken en ontwikkelingen, heb je nieuwe technologie nodig. Denk bijvoorbeeld aan een pandemie. Dan wil je vandaag iets kunnen doen in plaats van een langdurig project organiseren voordat je de voorzieningen hebt om je werk goed te doen. Dat is typisch iets waar je cloud bijvoorbeeld goed voor kan inzetten.”
Dankzij het werk van De Groot is VWS nu beter dan voorheen in staat om met data, algoritmen en AI te werken en de vraagstukken die daarbij spelen op te pakken. Toch valt er nog genoeg te verbeteren, stelt hij. “Als VWS lopen we misschien voor op sommige vlakken, maar dat betekent niet dat we al een tien met een gouden griffel hebben. Bijvoorbeeld: we kijken binnen VWS vaak primair vanuit de beleidsmatige kant naar nieuwe ontwikkelingen, zoals naar secundair datagebruik, AI en gegevensuitwisseling in de zorg. Daar werken verschillende beleidsteams aan. Mijn rol als CDO gaat over hoe wij als VWS zelf, concernbreed, met data werken. De Nationale visie en strategie- gezondheidsinformatiestelsel gaat bijvoorbeeld over data uitwisseling en databeschikbaarheid in de zorg. Dat is het werk van mijn beleidscollega’s. Op het moment dat het gaat over VWS zelf, dan loopt het via de CDO-lijn. Een ander voorbeeld zijn de ontwikkelingen rond Europese wet- en regelgeving. Deze raken ook VWS als organisatie, aanvullend op de beleidsmatige impact en vertaling. Mijn rol daarbij is dan ook om de samenwerking goed op te zoeken binnen VWS.”
Dataminded denken
Een andere taak die De Groot als CDO heeft is om de collega’s mee te krijgen in het dataminded denken. “Mijn rol is afgebakend op de onderwerpen data, algoritme en AI, maar die onderwerpen raken eigenlijk alles. Er leven hierover op veel plekken binnen het beleidsdepartement en onderdelen vraagstukken. Ik ben als CDO aanspreekbaar op al deze onderwerpen, ook als het niet duidelijk is wie er primair van is. Daardoor ken ik de verschillende vraagstukken steeds beter, verbind ik initiatieven binnen de organisatie, en bewaak het overzicht van alle ontwikkelingen. Naast dat er vaak aandacht nodig is voor de risico’s probeer ik ook de kansen van werken met data, algoritmen en AI in te brengen. Ik ben eigenlijk een verbinder om al die sporen bij elkaar te brengen.”
Daarbij kent VWS een bestaande structuur als het gaat om verantwoordelijkheden en doorvertaling van het CIO-stelsel. “Je moet altijd goed nadenken over welke rol je pakt in een traject. Elk onderdeel van VWS kan met eigen slagkracht keuzes maken. Mijn rol is om inzichtelijk te maken hoe goed dat loopt en gemeenschappelijke vraagstukken op te pakken. Belangrijk is dat wij als CDO onderwerpen bestuurbaar maken, zodat wij transparant kunnen laten zien welke problematiek er speelt en hoe dat aangepakt wordt. Vanuit dit overzicht kan je veel bewuster keuzes maken, bijvoorbeeld ook om dingen niet te doen. Goed geïnformeerde beslissers maken goede besluiten.”
Gegevens delen met gemeenten
Uit de Stand van de Uitvoering blijkt dat een aantal onderdelen van VWS concreet problemen ervaart met gegevensdeling, bijvoorbeeld met het leveren van informatie aan gemeenten, zoals bij achterstanden van betalingen. Die informatie kunnen gemeenten heel goed gebruiken om hun eigen proces te voeden, data te hergebruiken en de burger te ontlasten. De Groot: “We zien dat uitvoeringsorganisaties de behoefte hebben aan gegevensdeling, maar dat het lastig is om dat echt verder te brengen. Het gaat vaak om ingewikkelde materie, er kan verschil van inzicht zijn tussen stakeholders en er moet vaak wet- en regelgeving worden ontwikkeld. Daarbij is het belangrijk dat er een gedeeld beeld is. Welk probleem is er nou precies? Welke aanpak past het beste? Door dat bij elkaar te brengen start je samen het gesprek.”
Als CDO volgt De Groot die gegevensdelingsproblematiek en rapporteert er periodiek over. “Ik zie mijn belangrijkste toegevoegde waarde als CDO om knelpunten in gebruik van data, algoritmen en AI transparant en bestuurbaar te maken. Zo komen we tot overzicht van de vraagstukken die spelen en in hoeverre het lukt om deze verder te brengen. Hierdoor worden onze vraagstukken bestuurbaar; we komen ‘in-control’.”
De CDO is onderdeel van het CIO-team, waarbinnen ook de CISO en Chief Privacy Officer onder vallen. De Groot: “Ik werk samen met de CISO en de CPO, bijvoorbeeld rondom vraagstukken van beveiliging van systemen en data. Tegelijk gaan data-vraagstukken vaak over het creëren van maatschappelijke waarde, waardoor je als CDO dichter tegen beleidsontwikkeling en de primaire taken van de organisatie zit. Daarin zie ik wel verschil met de andere rollen, waardoor je als CDO ook eigen afstemmingslijnen maakt naast wat er vanuit de CIO reeds bestaat.”
Datadialogen
Het gesprek over verantwoord datagebruik voert VWS op verschillende manieren. “Binnen VWS zetten we al langere tijd in op wetenschappelijk verantwoord beleid. Als we beleid maken, stoelen we dat op wetenschappelijk onderzoek waarmee we kunnen onderbouwen dat bepaalde beleidsingrepen waarschijnlijk gaan werken. Dat betekent dat we vaak kennisinstituten inzetten die onderzoek voor ons doen, waar mogelijk de wetenschappelijke bevindingen openbaar maken, er peer reviews plaatsvinden en er een publicatie over plaatsvindt.”
Daarnaast organiseert VWS datadialogen om na te denken over hoe ze een werkvorm kan geven aan dit soort vraagstukken. “In de dialogen willen we met stakeholders om tafel zitten om systematisch alle maatschappelijke aspecten van een vraag af te pellen”, legt De Groot uit. “Nu zie je bijvoorbeeld dat bij datavraagstukken met name de AVG en juridische interpretatie heel zwaar meewegen. Met de datadialogen willen we een stap terugnemen en alle belangen goed in kaart brengen, inclusief genoemde privacybelangen. Op basis van het totaalplaatje dat dan ontstaat kan je afgewogen keuzes gaan maken.”
Dankzij de IBDS kunnen meer datadialogen worden georganiseerd. “Er zijn gewoon heel veel datavraagstukken en we hebben weinig capaciteit om die allemaal op te pakken. Het is bijna een oneindige lijst werk waarin we allemaal mooie zinvolle dingen rondom data kunnen doen. De IBDS helpt dan ook om bij een concreet vraagstuk een stuk organisatie en methodiek in te brengen als het gaat om een datadialoog, en dus eigenlijk een gat in kennis en kunde invullen. Ook is ze daarin een ‘witte jas’, en zorgt ze voor een externe blik. Dat helpt enorm.”