Tekst Pieter Verbeek
Foto Jeroen Bouman

Om de potentie van het Federatief Datastelsel te verkennen en vergroten, gaat voor de zomer dit jaar de innovatiewerkplaats Digilab van start. Programmamanager Janneke Kromkamp en strategisch adviseur Eelco Hotting van het Ministerie van BZK vertellen meer over deze broedplaats voor implementatie van technische innovaties op het gebied van het verantwoord delen van data.

De innovatiewerkplaats, die binnenkort online gaat als digilab.overheid.nl, werkt onder regie van het Federatief Datastelsel aan projecten die deel uitmaken van het toekomstige stelsel. Daarbij kun je denken aan projecten vanuit initiatieven als Data bij de Bron en Regie op Gegevens. 

Voorbereidend werk

“Eind vorig jaar hebben we vastgesteld dat zowel de Interbestuurlijke Datastrategie, met het Federatief Datastelsel, als het programma Data bij de Bron allemaal een omgeving nodig hadden om beproevingen te doen”, vertelt Kromkamp, programmamanager Data bij de Bron. Dit programma stimuleert het slim en efficiënt delen van data van overheidspartijen, waarbij gegevens zoveel mogelijk bij de bron worden beheerd en ontsloten.

“Ook de VNG had een ‘durf- en doe-platform’ voor ogen voor technische innovaties. Toen hebben we bedacht: dat moeten we slimmer doen, we moeten er één omgeving van maken, zodat we alles met elkaar kunnen delen. Dat scheelt heel veel overhead. Anders ga je allemaal opnieuw het wiel uitvinden.” 

Concreet staat deze omgeving als een innovatiewerkplaats benoemd in het Realisatieplan van het Federatief Datastelsel. Zo kreeg de omgeving de naam. Uit een brainstorm in november met twintig mensen vanuit verschillende overheden rolde een visie over hoe deze Innovatiewerkplaats eruit moest komen te zien. “Dat had twee componenten”, vertelt Kromkamp verder. “Aan de ene kant is er een technische online component, aan de andere kant willen we vooral kennis delen, samenwerken en van de uitkomsten van projecten leren. Daarom hebben we ook plannen om een fysieke ruimte in Utrecht of ergens anders centraal in het land te organiseren. Voor nu focussen we eerst op die online omgeving. We gaan aan de slag met de techniek en de processen eromheen. Hoe kom je in de werkplaats? Waar moet je aan voldoen? Het portfolio management zijn we nu aan het opzetten. Eelco en zijn team werken aan de techniek. Het is in die zin allemaal voorbereidend werk om tegen de zomer, de eerste use cases er echt in te gaan zetten.” 

Janneke Kromkamp
Janneke Kromkamp

Interoperabiliteit tussen overheden

Wat is daarvan het doel uiteindelijk? “De Innovatiewerkplaats Digilab moet leiden tot meer technische interoperabiliteit binnen de overheid”, legt Hotting uit. “Dat moeten we als overheid veel meer nastreven. Het houdt in dat we niet alleen semantisch afspraken maken over wat een woord betekent in welke context, en hoe we het uitwisselen, maar ook dat we data bij de bron als uitgangpunt nemen. Een overheidsorganisatie biedt een API (Application Programming Interface, een koppeling waarmee je data kunt bevragen) aan, die een andere organisatie dan weer kan gebruiken. Een voorbeeld is wanneer een gemeente gebruik maakt van data van het Kadaster. Die technische koppeling moet steeds weer op dezelfde manier worden gelegd. Hoe werken de autorisaties, de notificaties, de historie? Alle dingen die niet gelijk zijn, moeten we gelijktrekken: zonder standaardisatie kunnen we namelijk het beheer niet automatiseren en ook niet opschalen. Dat streven naar technische interoperabiliteit is een enorme uitdaging. We hebben dit nog nooit echt geprobeerd als overheid. Daarom hebben we een innovatiewerkplaats als Digilab nodig om hiermee te testen.” 

Janneke Kromkamp en Eelco Hotting
Janneke Kromkamp en Eelco Hotting

"Door te testen kom je erachter dat de functies en standaarden die in samenhang bedacht worden ook echt werken."

Eelco Hotting
Eelco Hotting

Testen om te zien wat goed werkt

Want juist door te testen kom je erachter dat de functies en standaarden die in samenhang bedacht worden ook echt werken, gaat Hotting verder. “Zien is geloven: je kunt pas partijen overtuigen van de toegevoegde waarde van je standaard als je bewijs kunt tonen. Dat is één van de dingen die we vanuit Digilab als een belangrijk product gaan leveren. Wij bieden daar de technische faciliteiten, die iedereen nodig heeft om zijn eigen projecten te testen. Stel je bent bezig met een oplossing voor schuldhulpverlening. Dan wil je vooral bezig zijn met de inhoud van die data uitwisseling, en niet met vragen als hoe je de autorisatie, de notificaties of historie organiseert. De innovatiewerkplaats laat zien welke methode voor iedereen goed werkt, in samenhang met de andere standaarden. Vervolgens standaardiseren we die methode zelf. Deze wordt dan een onderdeel van het fundament waarop andere innovaties kunnen voortbouwen.”  

Meer uniformiteit

Volgens Hotting is het niet alleen efficiënter omdat er minder overhead is, maar ook omdat er op deze manier meer uniformiteit komt in data-uitwisseling en er meer samenwerking en kennisdeling komt. “Nu zie je dat in elk project waarbij meerdere overheden samenwerken een groot deel van de onderhandelingen gaat over: welke poortjes moeten open? Hoe gaan we de connectie leggen? Dit is allemaal niet nodig als we het meer zouden standaardiseren.” 

“Uitdagingen liggen meer op het vlak van connectiviteit in een ecosysteem voor overheden. Daar zijn nog geen standaarden voor, het zijn dingen die we echt moeten uitvinden. Wij moeten eerst die basis op orde hebben en naar een niveau brengen dat voor de overheid nuttig is. Dan kunnen we daarna wel verder met innovaties.” 

Geen living lab

Ook al is testen dus heel belangrijk, Digilab is meer een ontwikkel- en testomgeving dan een living lab waarin innovaties worden getest, legt Hotting uit. Het ecosysteem bestaat uit overheidsprojecten voor burgers en ambtenaren, uit applicaties en data. “Als wij ons werk goed doen, dan kan dat ecosysteem heel snel horizontaal schalen. Dan kan iedereen zijn eigen ding doen met de faciliteiten die we als onderdeel van Digilab bieden. Dat is ons doel.” 
Kromkamp vult aan: “Wat we nu proberen te doen in het begin, is projecten vinden die qua timing en scope goed passen bij de stelselfuncties die we als onderdeel van het Federatief Datastelsel gaan ontwikkelen. We hebben niet zoveel aan een project dat belooft te starten, maar pas over een half jaar kan beginnen. Ook moeten de use cases niet al te groot en te riskant zijn: we gaan bijvoorbeeld niet aan de slag in Digilab met een Digitaal Stelsel Omgevingswet. We moeten klein beginnen.” 

Kromkamp en Hotting voeren nu het gesprek met verschillende projecten. Hotting: “We hebben een longlist van 16 projecten die wellicht mee kunnen doen. Dat kunnen bijvoorbeeld applicaties zijn rond de onroerendezaakbelasting of rond gebouwen waarvan de gegevens in bronnen zijn verspreid over gemeenten en Kadaster. Hoe kunnen we die beter verdelen en in het geval van gemeenten, volgens Common Ground inrichten? Dus helemaal Data bij de Bron.” 

Rond de zomer kan je dus als overheidsorganisatie aankloppen bij Digilab met een project of oplossing om te laten testen tegen de eerste standaarden. Aan het eind van het jaar moet de techniek helemaal op orde zijn en de eerste use cases zijn getest, is de ambitie van Kromkamp. “Dan hoop ik dat we echt al een community hebben opgezet, mensen erbij hebben betrokken, en een forse longlist hebben van use cases en projecten die we kunnen gebruiken. Daarvoor doen we eerst kleine stapjes. Dus geen grote projecten, maar gewoon lekker aan de slag gaan. Zo zetten we de toekomst neer.” 

Blijf op de hoogte

Heeft u interesse in Digilab? Wilt u meedoen en meedenken in de community of een project aandragen? Neem dan contact op met Janneke Kromkamp (Janneke.Kromkamp@minbzk.nl). Meer informatie over het Federatief Datastelsel (FDS) vindt u op RealisatieIBDS. Op deze Pleio-site kunt u lid worden van de FDS-groep

Overige relevante informatiebronnen