Tekst Pieter Verbeek
Foto Jeroen Bouman

Als een van de eerste chief data officers (CDO’s) van ons land zet Tanaquil Arduin zich al sinds 2019 in om het datagedreven werken een centrale plek te geven bij de gemeente Den Haag. De IBDS en het Federatief Datastelsel maken haar werk makkelijker. Ze wil dan ook het datavakmanschap in de organisatie vergroten. "Want goed met data werken, is een vak, een ambacht."

Met haar achtergrond in informatiemanagement en bestuurskunde werkte Arduin jarenlang in het bedrijfsleven aan digitale transformatie en IT. Hoe kun je technologie toepassen om je primaire proces te ondersteunen? Met die vraag stapte ze over naar de rijksoverheid, waar ze onder meer werkte bij BZK en Logius. In 2019 startte ze als chief data officer (CDO) in Den Haag, een nieuwe functie, waar nog weinig andere gemeenten van hadden gehoord. Niet alleen kende Den Haag een CDO, ook had de gemeente als eerste een door het College van B&W en de gemeenteraad goedgekeurde datastrategie.  

Dataprofessionals 

Die datastrategie heeft vorm gekregen binnen de gemeente. Arduin werkt inmiddels ook als hoofd van het Expertisecentrum Data & AI van de gemeente, waarin dataprofessionals werken aan business intelligence, data analytics, informatiebeheer en onderzoek en zelfs een loket beheren voor datavragen uit de organisatie. “We willen voor alle diensten hier bij de gemeente datadienstverlening leveren, zodat ze ook daadwerkelijk data kunnen gebruiken voor de stedelijke opgaven waar ze aan werken. Net als andere steden kennen we in Den Haag een aantal complexe vraagstukken, waarover we onze budgetten en capaciteit moeten verdelen. Dat betekent keuzes maken in wat je wel en niet kan doen. En die keuzes wil je wel kunnen onderbouwen. Daar hebben we data voor nodig.”  

Daarnaast kunnen data en de inzichten die eruit ontstaan ook laten zien of beleid effect heeft gehad. Arduin: “Het is natuurlijk heel jammer dat wanneer je een maatregel optrekt, met belastinggeld, je niet kunt vaststellen of het impact heeft gehad. Het sturen op de beleidscyclus hoort ook bij datagedreven werken.” 

“We zijn in staat om op basis van onderzoek te kijken hoe we mensen zo snel mogelijk uit bijvoorbeeld de schulden of uit armoede kunnen helpen. Dat doen we niet op basis van data op persoonsniveau, maar met geaggregeerde gegevens.”

Etalageprojecten

Inmiddels heeft Den Haag een groot aantal geslaagde voorbeelden van stedelijke en organisatorische opgaven waarin data een rol hebben gespeeld. Arduin noemt ze etalageprojecten. Zo heeft de gemeente sinds een half jaar een management dashboard, waarmee managers met data kunnen sturen op wat er in hun team gebeurt. Een ander goed voorbeeld van hoe data de samenleving kunnen helpen noemt Arduin het onderzoek dat de gemeente doet. “We zijn in staat om op basis van onderzoek te kijken hoe we mensen zo snel mogelijk uit bijvoorbeeld de schulden of uit armoede kunnen helpen. Dat doen we niet op basis van data op persoonsniveau maar met geaggregeerde gegevens. Op basis van dit soort onderzoek kun je beleid op afstemmen.” Daarvoor werkt Den Haag samen met het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) in het Urban Data Center, waarin ze gebruik kan maken van de microdata van het CBS. Verder gebruikt Den Haag al data om bijvoorbeeld verkeersdrukte te monitoren en te beïnvloeden, of drukte op en rond het strand van Scheveningen.

Wet- en regelgeving 

Maar Arduin komt ook nog de nodige uitdagingen tegen als CDO. Zoals wet- en regelgeving en het groeiend aantal compliancy vereisten. Naast de AVG uit 2018 is er de Wet Open overheid (Woo) en staat vanuit Brussel de AI-Verordening voor de deur, net als de Data Governance Act. Ook de Open Data Directive is van kracht, waar gemeenten ook compliant aan moeten worden. “Kortom, er zijn wel erg veel compliancy vereisten. Dit is natuurlijk allemaal defensief, terwijl we met data juist op een offensieve manier bezig moeten zijn. Je wilt mooie toepassingen maken, goede modellen opzetten om verbeteringen mogelijk te maken voor inwoners.” 

Een andere uitdaging waar de Haagse CDO tegenaan loopt, is het op orde brengen van de datagovernance en het datamanagement. Om data effectiever te kunnen benutten, moet de basis op orde zijn. En dat zijn vaak onderwerpen die complex zijn en in de praktijk onderbelicht. “Je moet een dataorganisatie hebben met rollen, die stedelijke opgaven kunnen ondersteunen. Dan kom je toch ook weer uit op keuzes die gemaakt moeten worden. Waar ga je de schaarse capaciteit op inzetten? Is dat op gegevensmanagement of op infrastructuur? Waar zit de urgentie? Je bent vaak geneigd om te beginnen met het laaghangende fruit, terwijl je soms ook investeringen moet doen die op de langere termijn belangrijk zijn.” 

Interbestuurlijke Datastrategie  

De Interbestuurlijke Datastrategie (IBDS) maakt het werk in bepaalde opzichten makkelijker, stelt Arduin. “De IBDS helpt heel erg in de bewustwording van hoger management en bestuurders. En het staat ook politiek op de agenda, wat ik ook heel krachtig vind. Dat we met data en informatie werken is niet nieuw, maar de manier waarop we het toepassen in onze processen wel. Ik ben heel blij dat er nu een stuk ligt met een aantal uitgangspunten en basiscondities over hoe we met elkaar willen samenwerken. Ik zie in de IBDS dan ook veel aanknopingspunten die parallel lopen met onze eigen datastrategie. Kijk bijvoorbeeld naar verantwoord data delen en de aandacht voor ethiek. Daarom ben ik ook blij met het Federatieve Datastelsel (FDS), wat ervan uitgaat dat data bij de bron blijft en dat je die data dus voor meervoudig gebruik kunt gaan inzetten."

"Wij hebben recent ons eigen Urban Data Platform gerealiseerd. Een van de uitgangspunten is ook daar dat je de data voor meerdere doeleinden kunt gebruiken. Of kijk naar het Grenzeloos Datalandschap, een initiatief dat we samen met de Provincie Zuid-Holland en gemeente Rotterdam hebben opgezet en waarin we met organisaties in de provincie praten over federatief datagebruik. Ook dat is een vorm van federatief datadelen waar ik erg enthousiast over ben.” 

Dankzij de IBDS is datagedreven werken geen solistische actie meer, gaat Arduin verder. “Gemeentelijke thema’s zie je nu dus ook op landelijk niveau terug en dat helpt heel erg in het draagvlak voor je strategische doelstellingen. Ook de Adviesfunctie verantwoord datagebruik helpt daarbij. Daar worden use cases besproken die gaan over dilemma's waar veel organisaties mee te maken hebben. Die hoeven dan niet opnieuw het wiel uit te vinden. Met deze use case benadering gaan wij nu met elkaar uitvinden hoe het werkt in dataland. Dat sluit mooi aan op onze etalageprojecten.” 

"Er zijn wel erg veel compliancy vereisten. Die zijn natuurlijk allemaal defensief, terwijl we juist met data op een offensieve manier bezig moeten zijn. Je wilt mooie toepassingen maken, goede modellen opzetten om verbeteringen mogelijk te maken voor inwoners.”

Landelijke netwerk van CDO's in de publieke sector  

Omdat de CDO nog steeds een nieuwkomer is bij de overheid startte Arduin drie jaar geleden het landelijke netwerk van CDO's in de publieke sector. “Er kwamen steeds meer CDO’s, die allemaal voor dezelfde opgaven staan. De CDO is bijvoorbeeld nog moeilijk te plaatsen in de hiërarchie van organisaties.” Het netwerk startte in 2020 met zes CDO’s en kent inmiddels zestig leden. Elke jaar komt het netwerk twee tot drie keer bij elkaar. Elke keer weer in een andere organisatie om actuele thema’s te bespreken en ervaringen uit te wisselen. “Het is echt een community geworden.” 

Datagedreven werken is dan ook een niet te stoppen beweging. En de ontwikkelingen gaan snel. Ze wijst als voorbeeld naar de opkomst van de large language models (LLM’s), de generatieve AI taalmodellen. “Als CDO heb je hier dus ook mee te maken. Wat nu als een medewerker in ChatGPT persoonsgegevens gaat invoeren? We hebben als Den Haag meteen beleid gemaakt over hoe we verantwoord omgaan met ChatGPT, zonder de publieke waarden te schenden. Daar moet je mensen wel in opleiden. We hebben nu een Generatieve AI werkgroep binnen de gemeente die zich buigt over dat soort vraagstukken.” 

Dataofficers als sparringpartners 

Datagedreven werken is de afgelopen jaren binnen de gemeente Den Haag behoorlijk groot geworden. Zo heeft elke organisatie inmiddels een eigen data officer, die als sparringpartner optreedt voor de dienst en nauw samenwerkt met de CDO. Deze data officer gaat over de uitvoering van de datastrategie bij het eigen organisatieonderdeel. “Ik vind het heel mooi om te zien dat we nu zo’n sterk team aan het bouwen zijn. Met mensen die ook dataprofessionals zijn en echt verstand hebben van het vak. Dat datavakmanschap in de organisatie moet omhoog, zodat we nog beter kunnen sturen op onze data. Daarom zijn we ook al bezig om mensen te certificeren op het gebied van het Data Management Body of Knowledge (DAMA-DMBOK2). Datagedreven werken is namelijk echt een vak, een ambacht. Het is makkelijk om een dashboard te maken in Power BI of Excel, maar dat zegt natuurlijk nog steeds niks. De kunst is dat je bij een opgave ziet hoe je deze kunt oplossen, hoe je er een onderzoeksvraag bij formuleert, er de juiste creatieve data bij zoekt en kijkt welke analysemethode of welke visualisatie daarbij hoort. De kunst is dus om daar echt wat moois van te maken en er duiding en richting aan te geven. Storytelling speelt hierin een belangrijke rol. Alleen zo kun je de inwoner er concreet en gericht mee helpen. Op deze manier wordt er nog niet veel naar data gekeken.” 

Over tien jaar hoopt ze dat datagedreven werken zo is doorontwikkeld dat CDO’s eigenlijk niet meer nodig zijn. “Dan is het onderdeel geworden van je lijnactiviteit, iets vanzelfsprekends geworden. Het is dan normaal om verantwoord met data om te gaan, dat we het toepassen om besluiten te onderbouwen en transparant zijn over hoe we onze gegevenshuishouding hebben opgebouwd. Daarvoor moet het eerst nog meer in de haarvaten van de organisatie komen.”