Tekst Loïs Diallo
Foto Michel Mees

Het Informatiehuis Water is een interbestuurlijk samenwerkingsprogramma van de waterbeheerders van Nederland: de waterschappen, de provincies en Rijkswaterstaat. Het is de schakel tussen waterbeheerders en gebruikers van waterinformatie.  

Het Informatiehuis Water (IHW) bestaat op de kop af 12,5 jaar. “Het Informatiehuis Water is begonnen vanuit de Kaderrichtlijn Water. Ter ondersteuning van de wettelijke taken van de waterbeheerders. Door informatieproducten te maken,” licht Paul Latour toe. Als procesleider datastromen waterkwaliteit sinds de oprichting in 2011 inventariseert hij beleidsvragen en zorgt ervoor dat IHW op tijd bepaalde informatieproducten levert om getallen te duiden. “Opdat onze partners rapportages voor de Tweede Kamer en de EU kunnen maken”.  

Onder die datastromen zit veel informatie over de waterkwaliteit. “Stofjes, beestjes en plantjes. Alles wat de oppervlaktewaterbeheerders (waterschappen en Rijkswaterstaat) meten. Een collega houdt zich bezig met datastromen m.b.t. grondwater kwaliteitsgegevens.”  

Aquo-standaard

"De gemeenschappelijk taal, de standaard, is belangrijk. Het is de basisvoorwaarde waarop je samenwerking bouwt. Het eens zijn over definities is essentieel!"

Om al die data uit te wisselen, gebruikt het Informatiehuis Water een standaard: de Aquo-standaard, vult Erik Kraaij aan. Hij is sinds 3 jaar programmamanager bij het Informatiehuis Water. “Die Aquo-standaard bestond al wel, maar was nog niet doorontwikkeld. Nu, na 20 jaar doorontwikkeling, is hij volwassen. Hij bevat heel veel begrippen en definities. Bijvoorbeeld: hoe druk je stikstof-metingen uit? Welke stoffen meet je? En: wat is een 'duiker' in het licht van waterbeheer? Dat moet je met elkaar afspreken. Het beheer kost veel tijd; er moeten steeds meer begrippen en stoffen worden genormeerd. Water hangt samen met bodem, riolering, met de fysieke leefomgeving. Dus wordt het ook steeds belangrijker om het begrippenkader met deze werkvelden af te stemmen.”  

Naast informatievoorziening voor het thema waterkwaliteit heeft het Informatiehuis Water ook andere taken: waterveiligheid en het operationele waterbeheer. “Dus we werken steeds meer samen in het interbestuurlijke waterdomein,” licht Latour toe. “We hebben meer te maken met internationale normeringen en werken samen met de NEN (Nederlands Normalisatie Instituut). Tot slot hebben we te maken met het Forum Standaardisatie, want de Aquo-standaard moet passen in andere standaarden.”

Activiteiten Informatiehuis Water

  • ontwikkeling en beheer van de Aquo-standaard 
  • inventarisaties van (grond- en oppervlakte)waterkwaliteits- en waterveiligheidsgegevens (alles wat wordt gemeten door waterbeheerders) organiseren en faciliteren 
  • beheer van databases, dataportalen en systemen voor ontsluiting van die gegevens ten behoeve van analyses en rapportages 

Het Informatiehuis Water inventariseert jaarlijks de voortgang van de uitvoering van het beleid in het kader van de Kaderrichtlijn Water (KRW). Om te kijken of de doelen worden gehaald door tijdige uitvoering van maatregelen. Nationaal beleid, zoals bestrijdingsmiddelenbeleid, en regionale maatregelen, zoals de aanleg van vistrappen. Totaal ongeveer 1.700 maatregelen in de KRW-planperiode 2022-2027. 

Noodzaak Informatiehuis Water

"Standaarden ontwikkelen kost heel veel tijd. Een Europese wet/verplichting helpt om begrippen te standaardiseren en datavolwassen te worden."

De Europese Kaderrichtlijn Water was als gezegd de aanleiding voor de oprichting van het Informatiehuis Water. De eerste keer dat Nederland voor de vier stroomgebieden (Rijn, Maas, Schelde en Eems) beheerplannen moest indienen in Brussel moest alle informatie per stroomgebied samengebracht worden:   

  • eenduidige beschrijving van watersystemen, en motiveringen voor karakterisering daarvan 
  • diagnose per stroomgebied: alle informatie om milieudrukken en de chemische en biologische waterkwaliteit te beschrijven 
  • overzicht van alle maatregelen om een goede watertoestand te bereiken 

Latour: "We moesten de waterkwaliteit en allerlei waterlichamen beschrijven en eenduidig motiveren waarom we bepaalde karakteriseringen gaven aan water. Dat heeft Rijkswaterstaat toen gecoördineerd, maar het was een helse klus! De Aquo-standaard bestond al wel, maar stond nog in de kinderschoenen.” 

Toen de rapportage in 2009 was afgerond, hebben de waterschappen, Rijkswaterstaat en de provincies gezamenlijk geconcludeerd: dit moet de volgende keer efficiënter: handiger, uniform, beter en gezamenlijker. “Dus: koppen bij elkaar om een samenwerkingsverband in het leven te roepen om de KRW-rapportage aan Brussel te verbeteren.” 

Voor het ontstaan van zo'n beweging heb je een stok, een wortel en een hoepel nodig, schetst Kraaij. “De Kaderrichtlijn was de stok: iedere waterbeheerder móest aan de bak. De conclusie dat samenwerking en uniformering een hoop geld en menskracht scheelt, was de wortel. En de hoepel was de toekomstvisie van een aantal bestuurders, dat data steeds belangrijker worden. De contouren van de Omgevingswet tekenden zich af destijds. En in de Omgevingswet speelt het digitale stelsel een belangrijke rol. De conclusie: er moeten informatiehuizen komen, waar alle overheden en burgers terecht kunnen voor hun informatie. Daarop sorteert het Informatiehuis Water voor. Een aantal mensen heeft hun schouders eronder gezet en het gedáán.”

Erik Kraaij (l) en Paul Latour (r)

Samen sta je sterk

"Rapportage aan Brussel moet handiger, uniform, beter en gezamenlijker."

Met de betrokken partijen hebben we een langjarige samenwerkingsovereenkomst vastgelegd, legt Kraaij uit. “Dat heb je wel nodig voor je governance. Daarin hebben we de basistaken beschreven: alles rondom de standaarden en de Kaderrichtlijn Water. Met ruimte om ook andere taken uit te voeren, als één of meer partijen daar behoefte aan hebben - en er menskracht voor ter beschikking stellen. Dat is ook gebeurd. Bijvoorbeeld met betrekking tot alle bestaande data over dijken, die steeds belangrijker worden nu de dijken verstevigd moeten worden vanwege de klimaatverandering. Dus hebben de waterschappen en Rijkswaterstaat afgesproken om het Informatiehuis Water ook te benutten om die data toegankelijk te maken door informatieproducten te maken. Hetzelfde geldt voor data m.b.t. droogte.” 

Meerwaarde

De samenwerkingsovereenkomst is in eerste instantie voor 5 jaar aangegaan. Dus van 2011 tot 2016. Na 3,5 jaar is het Informatiehuis Water geëvalueerd. Het belang van de samenwerking is toen onderkend en sindsdien is de samenwerking een aantal keer voor een paar jaar verlengd. Anderhalf jaar terug is geconstateerd dat de taken niet verdwijnen en het belang van de samenwerking groeit. Dus nu loopt de overeenkomst tot en met 2028. Kraaij: "Je moet wel succesvol zijn en je meerwaarde blijven aantonen. Dat lukt steeds beter. De belangrijkste ijkmomenten zijn de 6-jaarlijkse periodes van de Kaderrichtlijn Water. Met grote rapportages richting Brussel. Vorig jaar heeft I&W met vereende krachten de elektronische rapportage succesvol opgeleverd aan de Europese Commissie. Net iets te laat, volgens Brussel, maar wel als eerste lidstaat. Dat helpt om je bestaansrecht te borgen!” 

Latour voegt daaraan toe: "Nederland rankt vermoedelijk laag op waterkwaliteit, maar top op rapporteren!” 

Het bestuur van het Informatiehuis Water heeft Kraaij nu om een voorstel voor na 2028 gevraagd. “Wat we doen, bevalt de partners blijkbaar. De basis voor continuïteit,” denken Kraaij en Latour.  

Landelijke datasets ontzorgen

Latour meent dat het Informatiehuis Water waterbeheerders en overheden ontzorgt bij hun bovenregionale taken en rapportages door landelijke datasets te beheren. Dus als een ministerie, provincie of ingenieursbureau een grote inventarisatie of studie moet doen die over data gaat, hoeft men niet naar x waterschappen voor data, maar kunnen ze bij het IHW terecht. "Dus we ontzorgen de waterschappen, die nu niet meer keer op keer worden bevraagd over dezelfde informatie.” 

Data-integratie-platform in ontwikkeling

Nu nog een zandkorrel, maar in potentie een pareltje: het Waterkwaliteitsportaal rondom de Kaderrichtlijn Water. Het huidige dataportaal is end of life, licht Latour toe. “We gaan ons dataportaal vernieuwen en we zien het als basis van een ‘data-integratie-platform': daar willen we alle informatie over waterkwaliteit, waterveiligheid, droogte, waterkwaliteit, Kaderrichtlijn Water in onderlinge samenhang en uniform samenbrengen.” 

Open databeleid

Nederland én dus ook het Informatiehuis Water heeft een open data-beleid, maar meer interactieve data-ontsluiting staat hoog op het wensenlijstje van IHW. Latour licht toe: “Nu stellen we data beschikbaar als kale bestanden, maar het nieuwe dataportaal wordt een meer interactief dashboard. Data zijn van waterbeheerders, niet van IHW. Bronhouders leveren alleen gevalideerde data. IHW inventariseert, controleert onderlinge consistentie en datakwaliteit en stelt ze dan openbaar beschikbaar. Vrij, voor eenieder!” 

Samenwerking is kracht én kwetsbaarheid

Dat het Informatiehuis Water een samenwerkingsverband en geen aparte organisatie is, ziet Kraaij als de kracht en tegelijkertijd als een zwakte. "Want je bent afhankelijk van partijen. Inhoudelijk qua data, maar ook qua personeel en budget. Budget is goed af te spreken, maar onze mensen zijn gedetacheerd vanuit één van de drie partners. We hebben personele ruimte (14 fte). We moeten steeds weer onderhandelen met samenwerkingspartijen en hebben geregeld te maken met personele wisselingen. Hoe borg je dan de kennis? Het samenwerkingsprogramma heeft steeds een bepaalde looptijd en dat heeft effecten op bedrijfsvoering. Hoe borg je continuïteit?”  

Latour vult aan: “Ik ben gedetacheerd vanuit Rijkswaterstaat en vrijwel als enige vanaf het begin bij IHW betrokken. We hebben te maken gehad met een enorm verloop van mensen en dus uitstroom van opgebouwde kennis. Dat is inderdaad kwetsbaar.”  

Het Informatiehuis Water is een interbestuurlijke samenwerking tussen drie overheden. Alle drie even belangrijk, maar Kraaij beschrijft een (rangorde) verschil: “Er is één Rijkswaterstaat, er zijn 12 provincies en 21 waterschappen. Provincies hebben het kleinste belang in IHW, maar we werken samen op basis van gelijkwaardigheid. Daar moeten we oog voor hebben. Juist daarom waren we heel blij met het initiatief van de provincies om het Droogteportaal bij IHW onder te brengen.” Het Informatiehuis Water werkt interbestuurlijk samen, maar de governance is wel een aandachtspunt, concludeert Kraaij. “We werken continu actief aan de samenwerking, anders valt het uit elkaar,” vult Latour aan. “Dat we dat al 12,5 jaar succesvol doen, is een verdienste.”  

Meer bekendheid en draagvlak nodig

Als programma heb je ambassadeurs nodig. Maar ook die wisselen vaak. Hoe zorg je voor bekendheid en draagvlak? Kraaij ziet dat het Informatiehuis Water is gefocust op de inhoud en wat minder op de presentatie. Daarom moet IHW actiever communiceren om te laten zien wat het doet.  

Kraaij signaleert dat samenwerkpartijen regelmatig zelf IHW-informatie verwerken. Ook worden er in het waterdomein soms projecten gestart, die niet vooraf hebben overlegd met het Informatiehuis Water over mogelijkheden tot gebruik van standaarden en bestaande data. Dat liggen nog verbetermogelijkheden vindt Kraaij. “Want het Informatiehuis Water heeft veel kennis en ervaring en is er voor opgericht om waterbeheerders te helpen!”