Tekst Pieter Verbeek
Foto Jeroen Bouman
Zowel de IBDS als het Federatief Datastelsel maken het leven van gemeenten makkelijker, stelt Theo Peters. Chief Technology Officer (CTO) bij VNG Realisatie. “Ze leveren veel oplossingen aan en zoeken uit wat gemeenten nu zelf moeten uitzoeken.” Nog belangrijker: ze zorgen ervoor dat burgers en ondernemers inzicht krijgen wat de overheid doet met al hun gegevens.
Theo Peters is een expert op het gebied van informatievoorziening van gemeenten. Als CTO bij VNG Realisatie houdt hij zich al jaren bezig met de moderne technologie en architectuur die de basis vormen voor de gemeentelijke informatievoorziening en de daarbij benodigde data, zoals basisregistraties. Het is dan ook niet meer dan logisch dat hij ook betrokken is bij de IBDS, het Federatief Datastelsel en het Digilab. “De IBDS gaat immers over basisafspraken en standaarden en waar nodig over basisvoorzieningen voor de bredere digitale overheid.”
Afspraken en standaarden IBDS helpen gemeentelijke informatievoorziening vooruit
De interbestuurlijke datastrategie en het Federatief Datastelsel hebben eenzelfde belang voor gemeenten, stelt hij. “Beide mechanismen gaan heel veel aanleveren en uitzoeken wat gemeenten nu zelf moeten uitzoeken. Met name het Federatief Datastelsel kan een gemeente straks een aantal bouwstenen bieden die ze niet meer zelf hoeft te maken. Wanneer we een aantal databronnen beter toegankelijk maken, hoef je er als gemeente minder kopieën van aan te maken.”
En nog veel belangrijker, gaat Peters verder: het kan ervoor zorgen dat alle overheidsorganisaties dezelfde standaarden en spelregels hanteren wanneer het gaat over omgaan met data. “Burgers en ondernemers krijgen beter inzicht in waarvoor data gebruikt worden, voor welk vraagstuk. Ik denk dat het hen vooral ook een zekere standaardisatie gaat bieden. Wat doet die overheid nou met al die gegevens, zeker als het gaat om privacy. Welke data delen we binnen de overheid met elkaar? Welke data brengen overheden bij elkaar voor een vraagstuk? Dat zijn best wel lastige vraagstukken, die je toch wel opgelost moet hebben voordat je allerlei data bij elkaar gaat brengen om een beslissing te nemen of een beleidsstandpunt in te nemen.”
Als voorbeeld noemt hij de website Waarstaatjegemeente.nl, een dienst van de VNG waar cijfers van alle gemeenten op alle belangrijke beleidsterreinen te vinden zijn. Gemeenten en burgers kunnen daarmee bijvoorbeeld de gegevens vergelijken met andere gemeenten. “Dat kan alleen als je het standaardiseert en netjes opslaat. Ik denk dat een IBDS meer van dat soort afspraken en standaarden gaat regelen. Die gaan gemeenten helpen om keuzes in beleid te maken en waar ze middelen kunnen inzetten. Als bijvoorbeeld de cijfers over kindermishandeling in de gemeente Dinkelland veel lager zijn dan het landelijke gemiddelde, kan de gemeente besluiten minder budget in te zetten op het voorkomen van kindermishandeling of concluderen dat de gekozen aanpak werkt. Ik denk dat de IBDS daar goed bij kan helpen.”
Common Ground
De laatste jaren zijn gemeenten bezig met de informatiekundige visie Common Ground, waarmee ze collectief hun informatievoorziening eenvoudiger, flexibeler en slimmer willen inrichten. Om zo uiteindelijk hun dienstverlening richting samenleving te verbeteren. Een onderdeel daarvan is dat data bij de bron blijft. Hoe verhoudt zich dat tot het Federatief Datastelsel? Volgens Peters beoogt het Federatief Datastelsel hetzelfde als de onderste drie lagen van Common Ground, de laag van de databronnen, de toegang tot de gegevens (API’s) en de verbindingslaag van hoe de data worden gedeeld. “In het Federatief Datastelsel gelden ook vragen als: hoe kunnen we die data nou zodanig organiseren dat je die voor meerdere vraagstukken kunt inzetten. Hoe bied je burgers en ondernemers zicht op wat er met hun data gebeurt? Maar ook dat je weet waar de data staat, hoe je erbij kunt en voor welke doelen je deze kunt gebruiken?"
"Dat komt natuurlijk hartstikke overeen met de onderste technische lagen van Common Ground. Sterker nog, in de visie Common Ground hebben we altijd gezegd dat we de afspraken en standaarden in die lagen overheidsbreed moeten maken. Het model werkt namelijk alleen maar als die afspraken en standaarden ook gelden voor UWV, RDW, Kadaster en andere partners. Misschien is de visie Common Ground niet veel anders dan dat gemeenten hun informatievoorziening zodanig opbouwen dat ze maximaal gebruikmaken van wat het Federatief Datastelsel straks aan afspraken, standaarden en, waar nodig, voorzieningen gaat leveren. Alleen de bovenste lagen, de interactie en de verschillende taken en processen, is aan gemeenten om die vorm te geven.”
Lokale data
Daarvoor is volgens Peters wel meer standaardisatie nodig van lokale data, de gegevens die gemeenten zelf bijhouden. “Denk aan basissets maken voor informatie over bomen, prullenbakken, lantaarnpalen of rioolputten. Laten we nou eens beginnen met die te standaardiseren, zodat we het allemaal op dezelfde manier bijhouden en ook op eenzelfde manier toegankelijk maken. Voor veel data is dit al wettelijk geregeld, zoals de BAG en de BRP, maar er zijn nog genoeg informatieobjecten om te standaardiseren. Ik denk dat hoe meer wij federatief willen gaan werken, hoe meer je moet standaardiseren. Dus ook gemeenten moeten hun ‘datakluisjes’ openmaken. Als je dat niet doet, gaan die federatieve bouwsteentjes nooit met elkaar werken. Tenzij je doorgaat met werken zoals we nu doen, met allerlei deelkopieën maken.”
Containerbegrippen afpellen
Om meer duidelijkheid te krijgen, pleit Peters ervoor om een aantal containerbegrippen, die in de IBDS en het Federatief Datastelsel voorkomen, uit te werken. “Laten we die nu echt eens uit elkaar gaan trekken en gaan ontdekken wat het nou is. Achter deze containerbegrippen kun je zoveel scharen dat we eigenlijk niet meer weten waar het is. Dan denk ik in eerste instantie aan regie op gegevens. Dat gebruiken we op allerlei manieren. De staatssecretaris heeft in haar Digitale Werkagenda dan over het persoonlijk inzicht van de burger in datagebruik. Maar misschien is regie op gegevens ook wel dat jij jouw diplomagegevens via een wallet kunt delen met een opleidingsinstituut als je een avondstudie wilt doen. Of dat je zelf kunt bepalen wanneer en hoe de overheid contact met je kan opnemen.
Bij regie op gegevens wordt de suggestie gewekt dat jij dan eigenaar wordt van jouw gegevens, maar de gemeente is wettelijk verplicht om in de BRP jouw persoonsgegevens, zoals je BSN-nummer, je naam, adres, of verbinding met een BAG-verblijfsobject, vast te leggen. Daar word jij toch nooit eigenaar van, tenzij we de wet omgooien. Regie op gegevens kent dus zoveel invalshoeken.”
Ook data bij de bron noemt Peters een containerbegrip dat kan worden uitgewerkt. “Ik zie veel mensen data bij de bron uitleggen als dat er dus in Nederland maar één bron kan zijn, één fysieke bron, één database waar dan die data in zit. Maar data bij de bron zou ook kunnen zijn dat we standaardiseren hoe die data eruitzien. Dus trek die containerbegrippen open, pel dat soort begrippen af. Dat zou ik willen meegeven.”