Tekst Lydia Verkerk
Foto Kees Verhoeven bij CIP-conferentie 2023 (Michel Mees)
Over datagebruik door de overheid luidt Kees Verhoeven (Bureau Digitale Zaken) regelmatig de noodklok. Tegelijk ziet hij het belang voor de uitvoering. “Het is zoeken naar een goed evenwicht.” Dat spreekt hem ook aan in de IBDS. “Die richt zich op verantwoord datagebruik. En dat is waar ik voor sta.” Verhoeven is betrokken bij de Datadialogen die vanuit de IBDS worden georganiseerd. Zijn ambitie? “Ik hoop dat we hiermee een methodiek ontwikkelen die onderdeel wordt van een democratisch besluitvormingsproces.”
Verhoeven: “Als kamerlid vroeg ik me regelmatig af: 'worden data niet te snel ingezet als tovermiddel?' Bestuurders handelen vanuit een bepaalde drive, willen dingen voor elkaar krijgen. En dat is goed. Anders komen er geen woningen bij. Pakken we de klimaatproblemen niet aan. En lossen we veiligheidsvraagstukken in gemeenten niet op. Ik zie nu van dichtbij hoe datagebruik helpt om beleid efficiënt uit te voeren. Als kamerlid was ik hoeder van de andere kant van de weegschaal, zodat de overheid mensen recht blijft doen. Zorgvuldige procedures doorloopt. En oppast dat ingrepen niet doorslaan. Daarvoor hebben we nu de IBDS, een prachtig programma.”
Spanningsveld tussen waarden
“Wat ik heel goed vind, is het interbestuurlijke karakter van de IBDS. De opgaven waar we als samenleving voor staan, doorkruisen silo’s. Wat daarbij belangrijk blijft: spreken we dezelfde taal en luisteren we goed? Dat betekent dat er in de komende jaren ongetwijfeld ook situaties ontstaan die voor individuele organisaties niet goed uitkomen, maar toch belangrijk zijn voor de dienstverlening van de overheid in zijn geheel. Uiteindelijk moeten we naar de lange termijn kijken. Tempo maken is heel goed, maar zo nu en dan moeten we ook vertragen om stil te staan bij onze democratie en rechtstaat en onze publieke waarden. Zodat we burgers niet onbedoeld ‘vermalen’.”
Datadialoog over de weging van waarden
Zorg. Wonen. Armoede. Stikstof. Als we dat soort opgaven datagedreven willen aanpakken, kunnen democratische waarden gaan schuren, bijvoorbeeld tussen privacy, legitimiteit en efficiency. Dat geeft een bestuurlijke afweging. Hoe bepaal je dan wat er kan, mag en gewenst is? Hoe voer je dat gesprek?
Daartoe ontwikkelt de IBDS een methodiek. Om het gesprek te voeren over deze spanning en om de voors en tegens van specifiek datagebruik in een concreet vraagstuk af te wegen. Een Datadialoog bepaalt systematisch waar die spanning precies ligt. Zo kom je tot goed onderbouwde vervolgacties en kun je het datagebruik helder motiveren. IBDS biedt begeleiding aan door ervaren moderatoren. Tijdens de Dag van de Publieke Dienstverlening op 22 juni jl. kregen deelnemers een ‘voorproefje’.
Enthousiast geworden of hulp nodig bij een casus waar publieke waarden op gespannen voet staan? Stuur een e-mail aan het programma Realisatie IBDS, TeamIBDS@ICTU.nl.
Gegevensuitwisseling knelpunt in de uitvoering
Een belangrijk knelpunt in de uitvoering is gegevensuitwisseling. Dat blijkt ook uit de Staat van de Uitvoering. Uitwisseling tussen overheidsinstanties is nodig voor de publieke dienstverlening in ketens zoals werk & inkomen en armoede & schulden. Vaak is privacywetgeving (AVG) het probleem: soms ontbreekt de wettelijke basis voor de uitwisseling van privacygevoelige gegevens. Vaker nog blijft men bij een strikte interpretatie van de regels liever aan de veilige kant. Bij twijfel halen we niet in. Deze kopschuwheid kost kansen.
In de praktijk stuit de uitvoering nog te vaak op juridisch knelpunten door de complexiteit van wetten en regels. Verhoeven herkent dit. “Iedereen die iets wil maken, start met een concept en een of meer proeven. Dat zouden we misschien ook moeten doen voordat we beleid breed uitrollen. Nu zie je nog te vaak dat de politiek iets bedenkt. Nog een uitzondering maakt. Een motie aanneemt. Er een stukje wettekst aan toevoegt. Nog een bepaalde doelgroep secuur wil bedienen. Waardoor de uitvoering door de ambtenaar op de werkvloer uiteindelijk onmogelijk wordt. Dat is inmiddels wel tussen de oren van politici gekomen. Maar in een verhitte politieke discussie ontstaat nog steeds de drang om een punt te maken. Het vergt een lange adem om ervoor te zorgen dat de politiek beleid gaat maken dat ook echt uitvoerbaar is.”
Verhoeven voegt daar aan toe: “Ik ben elf jaar lang politicus geweest. De afgelopen twee jaar heb ik verschillende overheidsorganisaties van dichtbij gezien. Nu zie ik hoe wetgeving uitpakt. En dat is enorm leerzaam. Eigenlijk zou elke politicus verplicht één of twee jaar moeten rondlopen in een ambtelijke organisatie. Betrek uitvoering meer bij wetgeving.”
Proactieve dienstverlening
Dat komt ook het vertrouwen tegemoet. “In zijn algemeenheid is het vertrouwen in politici en in de overheid gedaald. Dat geldt ook voor het vertrouwen in hun kennis van ICT en data. Dat komt door ICT-blunders en uitglijders, maar ook doordat het écht complex is. Het is een enorme opgave om iedereen elke maand op tijd te voorzien van uitkeringen, toeslagen en andere diensten. We hebben het over omvangrijke systemen en datasets.”
Verhoeven stipt de digitale geletterdheid en het ‘doen-vermogen’ van burgers aan. “Zelfs een simpele regeling als de AOW wordt door veel mensen niet aangevraagd. Dat niet-gebruik van uitkeringen en toeslagen is hoog. Dat zag je ook bij de energietoeslag.” Op basis van data weet je als overheid welke burgers in aanmerking komen voor bepaalde regelingen. Je kunt die dus ook proactief aanbieden. “Maar stel dat je een bepaalde toeslag ontvangt, dan kun je elders gekort worden waardoor burgers zeggen: ‘ik begin er niet aan want ik kan het niet overzien'’’, geeft Verhoeven aan. Bij dit soort vraagstukken kunnen publieke waarden op gespannen voet komen te staan, bijvoorbeeld (financiële) bestaanszekerheid met (persoonlijke) autonomie. In zo’n situatie is het verstandig om een Datadialoog te organiseren.
Werkwijze Datadialogen
“Het begint met het scherp krijgen van het praktijkvraagstuk en de spanning die er is om dat op een goede manier datagedreven aan te pakken”, legt Verhoeven uit. “Bijvoorbeeld om vroegtijdig schoolverlaten aan te pakken, om de veiligheid in de stad verhogen, of om energiebesparing te bewerkstelligen. Iets waarbij we voelen dat publieke waarden op gespannen voet staan. De tweede stap is de juiste mensen aan tafel krijgen; iedereen die betrokken is, van burger tot uitvoerder. Met die groep organiseren we een dialoog. We centreren dat gesprek rondom publieke waarden. Denk aan veiligheid, privacy, leefbaarheid, effectiviteit, transparantie of volksgezondheid; dat laatste was tijdens de coronacrisis heel belangrijk, maar ging bijvoorbeeld ook ten koste van gastvrijheid en bewegingsvrijheid. Als we de betreffende waardenspanning in kaart hebben, gaan we dat wegen. Een politieagent zal misschien geneigd zijn om te zeggen: ‘als je de veiligheid op straat wil verhogen, dan moet je bereid zijn om een stukje privacy in te leveren’. Wat roept dit op bij de rest?”
Op basis van dat gesprek krijg je een gevoel bij dit dossier. Een laatste stap is dan: wat gaan we hiermee doen? Moet een wet of regeling aangepast worden, zetten we een ander instrument in, gaan we nog eens gesprek voeren, of andere data of methoden inzetten, lobbyen voor aandacht voor het onderwerp, etc.”
“Nu zie je nog te vaak ‘daar hebben we niet aan gedacht’, ‘de Autoriteit Persoonsgegevens heeft ons teruggefloten’, 'de rechter heeft een wet geschrapt' of er is een schandaal uit voort gekomen. Het voeren van een Datadialoog helpt je om op een goede manier vooraf met alle betrokkenen te doordenken waar het om draait. Dit zou je het liefst in de Tweede Kamer of in een gemeenteraad zien gebeuren. Door dat gesprek op een bepaalde manier vast te leggen -inclusief afweging en handelingsperspectief- krijgt je een richtinggevend document; het biedt een denkkader."
Lerend vermogen verhogen
In België weegt een onafhankelijk comité belangen af als professionals er niet uitkomen bij een vraagstuk rondom het delen van data. “Ik vind dat een inspirerend idee. De Adviesfunctie verantwoord datagebruik van de IBDS heeft daar wat van weg. Al toetst de Adviesfunctie op bestaande wetten en gaat dat nog minder over de wenselijke toekomst. Bij grote subsidiepotten en de toekenning van stimuleringsgelden hebben we ook onafhankelijke commissies die toetsen ‘dit project wel en dit project niet’. Waar we voor moeten waken, is dat de politiek daarbij teveel buiten spel komt te staan. Via een datadialoog kun je een politieke beslissing over het beoogde datagebruik als het ware voorbereiden.”
Uiteindelijk streven we bij de overheid naar datavolwassenheid. “De Datadialogen dragen daaraan bij doordat je de ‘checks and balances’ in kaart brengt. We verhogen het lerend vermogen: ‘wat leren we hiervan en hoe kunnen we dit toepassen bij soortgelijke vraagstukken?’ Onderdeel van de feedback kan ook zijn: ‘Dit is niet handig geweest. Dit moeten we terugdraaien of anders doen.’ Ik hoop dat we met de Datadialogen uiteindelijk een methodiek kunnen neerzetten die standaard onderdeel wordt van een democratisch besluitvormingsproces.”